PO

Onderzoek | Lerarentekort maakt andere inzet academische leerkracht onmogelijk

Academische leerkrachten zullen zelf het initiatief moeten nemen om hun competenties in te zetten binnen een school, en daarom moeten ze als student worden voorbereid op loopbaangesprekken en functie-onderhandelingen. Dat schrijven Leidse onderzoekers. Door het lerarentekort krijgen academische leerkrachten nu minder tijd voor onderzoek dan ze willen.

Wat is de behoeften van een academische leerkracht op het gebied van hu inzet, professionalisering en kennisdeling? Een Leids consortium, waaronder de Hogeschool Leiden en deBeeld: Arthur Krijgsman. Universiteit Leiden, deed onderzoek naar die vraag. Daartoe werd een groep academische leerkrachten gevraagd een enquête in te vullen en werden schooldirecteuren geïnterviewd.  

De enquête, die in februari 2021 is afgenomen, werd ingevuld door 217 respondenten uit heel Nederland. Die groep bevat 136 respondenten die als academisch leerkracht werkzaam zijn in het onderwijs; bijna negentig procent van hen was jonger dan 31 jaar. Daarnaast bestond deze groep vrijwel uitsluitend uit vrouwen. Van de andere respondenten waren 61 academisch student (al dan niet deeltijd werkend) en 20 uitgestroomde academisch leraar. 

Academische leerkracht ontevreden over inzet vaardigheden 

In de enquête werd informatie verzameld over de werkervaring en de werklocatie van academische leerkrachten. Daarnaast werd onderzocht in hoeverre deze leerkrachten tevreden zijn met hun salariëring, de wijze waarop ze worden ingezet, en welke taken zij graag zouden uitvoeren naast hun werk als leerkracht.  

De academische leerkrachten en studenten blijken tevreden te zijn over hun werk als groepsleerkracht, schrijven de onderzoekers. Dit werk wordt gewaardeerd met een gemiddelde van 7,44 op een schaal van één tot tien. Daarentegen zijn ze veel minder tevreden met de mate waarin zij hun academische vaardigheden kunnen inzetten; dat wordt slechts met een 5,46 beoordeeld.  

Uit de onderzoeksresultaten blijkt dat het aantal jaar aan werkervaring van invloed is op de tevredenheid over de inzet van academische vaardigheden. Vooral academische leerkrachten met minder dan twee jaar aan werkervaring zijn hierover ontevreden; zij geven dit onderdeel gemiddeld een 4,94 terwijl leerkrachten met meer dan zes jaar werkervaring gemiddeld een 6,09 geven. Ook leerkrachten die werkzaam zijn in kleine dorpen of gemeenten zijn minder tevreden over de mate waarin zij hun academische vaardigheden kunnen inzetten. Waar leerkrachten uit grote en middelgrote steden dit beoordeelden met respectievelijk 5,55 en 5,85 gaven leerkrachten uit kleine dorpen slechts een 4,95. 

Lerarentekort zit andere inzet in de weg

Ook blijkt dat academische leerkrachten en studenten liever extra taken binnen een school uitvoeren dan taken die op meerdere scholen betrekking hebben. Vooral het doen van onderzoek binnen de eigen school is populair; tussen de zestig en zeventig procent van de academische leerkrachten en studenten zou dit graag vaker doen. Daarvoor willen ze tevens gereserveerde uren krijgen, of tenminste uren die ze zelf mogen invullen. Bijna de helft van de respondenten zou daarvoor, bij een voltijds aanstelling, twee dagen per week de tijd willen krijgen. 

Het lerarentekort zit de vervulling van die wensen echter in de weg. Ook schooldirecteuren zouden graag zien dat academische leerkrachten binnen hun aanstelling tijd krijgen om bijvoorbeeld onderzoek in de school of in de klas uit te voeren. Bij die goede wil moet het echter blijven, geven de directeuren aan; vanwege het lerarentekort is er geen ruimte om leerkrachten andere taken te laten uitvoeren. 

Voor die extra taken willen academische leerkrachten ook meer salaris ontvangen; in ieder geval even veel als niet-academische leerkrachten betaald krijgen voor deze taken. Ongeveer een derde van de respondenten vindt zelfs dat academische leerkrachten daarvoor meer salaris moeten krijgen dan niet-academische leerkrachten.  

Professionalisering academische leerkrachten vaak in vrije tijd 

Bij academische leerkrachten is de behoefte aan professionalisering en kennisdeling vaak groter dan bij niet-academische leerkrachten. Daarom is tevens onderzocht wat de behoeftes van academische leerkrachten op het gebied van professionalisering zijn, hoeveel tijd zij daarvoor krijgen en hoe vaak zij deelnemen aan professionaliseringsactiviteiten.  

Vrijwel alle respondenten namen in de twee jaar voorafgaand aan het onderzoek deel aan professionaliseringsactiviteiten, blijkt uit de resultaten. Voor het overgrote deel bestond die professionalisering uit nascholing of het lezen van vakliteratuur. Daarnaast volgde zo’n veertig procent bijscholing.  

Hoewel bijna twee derde van de respondenten tevreden is over de huidige tijdsinvestering op het gebied van professionalisering, worden deze activiteiten door meer dan tachtig procent van de respondenten tenminste ten dele in hun vrije tijd ondernomen. Daarnaast is zo’n zestig procent van de respondenten niet tevreden met het academisch niveau van het scholingsaanbod dat door het bestuur wordt aangeboden. Ook vond een kwart van de respondenten het niveau van dat aanbod te wisselend. 

Lerarenopleidingen moeten voorbereiden op loopbaangesprekken 

Om academische leerkrachten in het onderwijs te behouden, is het belangrijk dat scholen en bestuurders beter tegemoetkomen aan de behoeften van deze leerkrachten dan nu het geval is, schrijven de onderzoekers. “Zowel uit eerder landelijk als het huidige regionale onderzoek blijkt dat de competenties van academische leerkrachten onvoldoende benut worden.” 

Daarin zien de onderzoekers een taak voor de lerarenopleidingen. Uit de gesprekken met schooldirecteuren blijkt dat zij de verwachting hebben dat academische leerkrachten zelf met voorstellen komen om hun competenties te benutten. Studenten moeten daarom al tijdens de lerarenopleiding worden voorbereid op loopbaangesprekken en functie-onderhandelingen, aldus de onderzoekers.  

Schooldirecteuren verwachten initiatief van academische leerkracht 

Het belang daarvan wordt ook anderszins door de onderzoeksresultaten onderstreept. Het bleken namelijk vooral beginnende academische leerkrachten te zijn die erg ontevreden zijn over de mate waarin zij hun academische vaardigheden kunnen inzetten. Uit de gesprekken met schooldirecteuren wordt tegelijkertijd duidelijk die die van mening zijn dat een beginnende academische leerkracht eerst vlieguren moeten maken en praktijkervaring moeten opdoen. “Op het moment dat zij voldoende vaardig zijn als groepsleerkracht, ontstaat er ruimte voor andere taken”, zo luidt de opvatting van de meeste schooldirecteuren.  

Omdat de behoeften van een schooldirecteur en een startende academische leerkracht niet overeenkomen, vinden de meeste schooldirecteuren het belangrijk om hierover al bij de aanstelling een gesprek te voeren. Zo kan mogelijk een middenweg worden gevonden waarmee beide partijen tevreden zijn. Studenten zullen dan echter wel goed moeten worden voorbereid op zulke gesprekken.  

Bron: Website Scienceguide

Gerelateerde berichten